Specialist in digitale netwerkverbindingen
Maatwerk & installatie op aanvraag
Artikelen leverbaar uit voorraad en back to back
Vandaag besteld, morgen geleverd

Zijn overheidsinstanties niet goed op de hoogte van de privacywet?


Waarschuwing van de AP 

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) wijst in het ‘Sectorbeleid Overheid’ op dit gevaar dat overheden momenteel lopen. Dat gaat niet alleen om het gevaar van te afhankelijk zijn van een beheerder, maar ook alle ontwikkelingen die er bij de overheid plaatsvinden op het gebied van privacy. Het lijkt er voor het volk regelmatig op dat overheidsinstanties nog steeds worstelen met het voldoen aan de privacywetgeving. Hier worden ze nog wel eens voor op hun vingers getikt door de AP. Een van de bezwaren is dat wanneer de AP zwakke punten ontdekt in de systemen van overheidsinstanties, het vaak te lang duurt om dit aan te passen. Redenen hiervoor zijn verouderde IT-systemen, een gebrek aan kennis, onvoldoende prioritering of zelfs een combinatie van al deze zaken. Hierdoor duurt het soms veel te lang voordat datalekken of gelijksoortige problemen opgelost worden.  

Een hoop kennis ontbreekt bij de overheid  

Het grootste probleem is dus eigenlijk een groot kennistekort bij overheidsinstanties. Hierdoor duurt het te lang voordat verouderde systemen worden vervangen en voordat problemen worden opgelost. Ook de kennis van de privacywet is nog vaak niet voldoende aanwezig, met name bij bestuurders. Vinden er overtredingen plaats van de AVG, dan is dit vaak een gevolg van een gebrek aan kennis. De AP uitte onlangs nog de zorgen over de naleving van de AVG bij de Belastingdienst. Om die reden neemt de autoriteit deze instantie de komende tijd onder een vergrootglas.  

De impact van generatieve AI op de naleving van de AVG 

Helaas zijn er nog steeds veel overheidsinstanties die denken dat ze niet alles uit hoeven te zoeken op het gebied van privacy. De AP maakt zich nu grote zorgen om de impact die generatieve AI gaat hebben op de naleving van de AVG bij de overheid. Veel gemeenten gaven al eerder aan dat ze hiermee willen gaan experimenteren, maar dit kan grote gevolgen hebben. Zeker aangezien veel gemeentes nalatig zijn in onderzoek doen voordat ze gaan experimenteren.  


Naleving van de aangescherpte Telecomwet  

Wat is er dan eigenlijk veranderd aan de Telecomwet afgelopen jaar? Dat gaan we je vertellen. De Telecomwet is afgelopen jaar aangevuld met een meld- en zorgplicht voor internetproviders en bedrijven die andere telecomdiensten aanbieden. Door deze aanpassingen krijgen internetaanbieders meer verantwoordelijkheid in het signaleren van cyberbedreigingen en het waarborgen van de digitale weerbaarheid. Afgezien van de nieuwe verplichtingen, zeggen de aanscherpingen van ook iets over voorbereidingen op de NIS2-richtlijn, ofwel de Cyberbeveiligingswet.  

Wat houden de meld- en zorgplicht in?  

Met de meldplicht wordt bedoeld dat internetproviders verplicht zijn eventuele storingen of andere problemen zo snel mogelijk te melden bij de RDI. Ook beveiligingsincidenten dienen per direct gemeld te worden, zodat het RDI zeker weet dat de juiste maatregelen genomen worden om de data van klanten te beschermen. De zorgplicht stelt dat een internetaanbieder ‘passende technische en organisatorische maatregelen neemt om de veiligheid en continuïteit van de diensten te waarborgen’. Het doel van de strengere wetgeving is om de beveiligingsrisico’s zoveel mogelijk te minimaliseren en te zorgen dat de dienstverlening van een aanbieder zo snel mogelijk weer hersteld kan worden na een storing of ander incident. Doordat incidenten snel gemeld worden, kan men beveiligingsmaatregelen verbeteren en krijgt men meer inzicht in cyberdreigingen.  

Voorbereidingen treffen op de NIS2-richtlijn  

Naast de nieuwe plichten die erbij komen voor internetproviders, gaat de RDI tijdens de inspecties ook kijken naar voorbereidingen op de NIS2-richtlijn, die in Nederland de Cyberbeveiligingswet gaat worden. Het is een technologische richtlijn die in het leven geroepen is door de Europese Commissie. De wet is nog niet ingegaan, maar dat zal naar verwachting ergens volgend jaar gebeuren. De richtlijn stelt strengere eisen op het gebied van de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen. Tijdens de inspecties kunnen internetaanbieders dus verwachten dat ze de vraag krijgen hoe ze zich nu al voorbereiden op de Cyberbeveiligingswet!


Hype rondom kunstmatige intelligentie  

Veel techbedrijven beweren momenteel dat kunstmatige intelligentie uiteindelijk het menselijk brein gaat overtreffen en van alles kan doen dat wij niet kunnen. Vraag het aan Google, OpenAi of ieder ander techbedrijf dat zich volop bezighoudt met AI en ze zullen zeggen dat het onvermijdelijk is dat deze technologie ooit slimmer gaat zijn dan wij. Veel mensen hebben zelfs hun zorgen uitgesproken over de ontwikkeling van deze technologie en wat men ermee zou kunnen doen, waaronder Elon Musk. Hierdoor is het grootste deel van de mensen overtuigd van het feit dat technologie ooit slimmer wordt dan de mens.

AI wordt nooit slimmer dan de mens  

Volgens wetenschappers van de Radboud Universiteit is dat zeker niet het geval. Zij vermoeden dat de huidige hype rondom AI ervoor zorgt dat er misverstanden ontstaan over wat er wel en niet mogelijk is met deze nieuwe technologie. Hun nieuwe publicatie, genaamd ‘Reclaiming AI as a Theoretical Tool for Cognitive Science’, legt uit waarom de beweringen rondom kunstmatige intelligentie overdreven zijn. Hun bevindingen laten zien dat er nooit genoeg rekenkracht zal zijn om ‘artificial general intelligence te creëren die dezelfde cognitieve prestaties levert als het menselijk brein. Daarnaast legt het artikel uit waarom het najagen van dit doel een kansloze onderneming is en een verspilling van energiebronnen en grondstoffen. Sommigen hiervan zijn immers al schaars op het moment!  

Samenwerking tussen diverse universiteiten

De publicatie is een samenwerking tussen verschillende universiteiten, waaronder de Radboud Universiteit, de Universiteit van Aarhus, Universiteit van Amsterdam, Universiteit van Bristol en de Memorial University of Newfoundland. Alle onderzoekers die meewerkten aan de publicatie zijn expert op het gebied van cognitiewetenschap, neurowetenschappen, informatica en filosofie. Mensen realiseren zich vaak niet dat cognitiewetenschap cruciaal is voor het begrijpen van de claims over de capaciteiten van AI. Men neigt ernaar om de overschatten wat computers kunnen en te onderschatten waar ons eigen brein toe in staat is. Volgens de onderzoekers is het belangrijk dat het grote publiek meer kennis krijgt van AI. Op dit moment gelooft iedereen de claims van grote techbedrijven, maar dat is ook niet goed. Het doel van de universiteiten is om een beter begrip van AI-systemen op te bouwen, zodat men met een kritisch oog naar de tech-industrie kan blijven kijken.  


Deels thuiswerken is de nieuwe norm bij veel bedrijven  

Uit een enquête van de werkgeversvereniging AWVN blijkt dat veel werkgevers van plan zijn om het thuiswerken erin te houden. Bijna alle werkgevers bieden hun personeel de kans om vanuit huis te werken en zeven op de tien is niet van plan om werknemers te verplichten weer vaker naar kantoor te komen. Het onderzoek werd uitgevoerd onder ruim 350 werkgevers die aangesloten zijn bij de vereniging. De vereniging geeft daarnaast aan dat de helft van de werknemers regelmatig thuiswerkt en gemiddeld drie dagen per week naar kantoor komen. 94% van de werkgevers geeft aan dat er in hun bedrijf vanuit huis wordt gewerkt.  

Werkgevers zijn positief over de thuiswerkregeling  

Drie op de vier werkgevers geeft aan dat ze tevreden zijn over de huidige verdeling tussen het thuiswerken en het werken op kantoor. Ze geven alleen wel aan dat ze liever wat meer spreiding zouden willen hebben van de drukte op kantoor. Momenteel is het op de dinsdag en donderdag altijd enorm druk op kantoor en zijn er op de overige dagen vaak maar weinig mensen. Voor de rest zijn werkgevers echter zeer tevreden over hoe het thuiswerken geregeld is. Volgens de AWVN staan werkgevers zo positief tegenover het thuiswerken omdat er in Nederland in de meeste gevallen goed wordt overlegd over het werken vanuit huis. Daarnaast zien veel werkgevers de voordelen in het van het thuiswerken volgens de vereniging. Denk bijvoorbeeld aan een betere werk-privé-balans zonder negatieve effecten op de prestaties.  

Werkgever geven internetvergoeding bij thuiswerken  

Uit het onderzoek van de AWVN blijkt ook dat één op de drie werkgevers, dus 33%, een bijdrage levert aan de internetkosten van hun werknemers. Dit gaat meestal door middel van een vaste vergoeding, eenmalig of maandelijks. Daarnaast overweegt 37% dit binnenkort in te gaan voeren. Een onderzoek van KPN onder meer dan 300 managers in Nederland bevestigt deze cijfers.  

Alternatief voor de internetvergoeding bij thuiswerken

KPN introduceerde onlangs een alternatief voor de bijdrage aan internetkosten van de werkgever: Internet van de Zaak. Dit geeft werkgevers de mogelijkheid om eenvoudig te bepalen hoeveel ze willen bijdragen aan de internetkosten van hun werknemers. Het bedrag dat ze bijdragen, wordt automatisch verrekend op de maandfactuur van de werknemer. Hiervoor moeten natuurlijk wel zowel de werkgever als werknemer klant zijn van KPN. De financiële vergoeding makkelijk regelen is niet het enige voordeel van Internet van de Zaak. Werknemers kunnen via dit abonnement ook toegang krijgen tot een uitgebreide helpdesk die meer ondersteuning biedt dan alleen op het gebied van de internetverbinding. Mocht er thuis iets misgaan met de verbinding, dan zijn werknemers dankzij deze helpdesk zo weer online! 


Digitale toegankelijkheid van de overheid loopt achter  

Volgens de Wet Digitale Toegankelijkheid is de overheid verplicht om te zorgen dat hun apps en websites toegankelijk, begrijpelijk en gebruiksvriendelijk zijn. Ook voor mensen die niet meer goed mee kunnen met de nieuwste technologische ontwikkelingen in de samenleving. Helaas is dit in veel gevallen nog niet het geval, zeker op gemeentelijk niveau lijkt het nog een probleem te zijn. In 2023 voldeed slechts 6% van de apps en websites van de overheid aan de toegankelijkheidseisen die wettelijk gesteld worden. 36% van de websites beantwoordde wel aan de wettelijke verplichting, maar bevatte niet de tools die mensen met een achterstand op technologisch gebied nodig hebben om er goed gebruik van te kunnen maken.  

Verbeteringen van het afgelopen jaar  

In de eerste helft van dit jaar is er vanuit de overheid een hoop tijd in gestoken om websites en apps toegankelijker te maken. Het aantal toegankelijkheidsverklaringen groeide hiermee met 16%. Zo’n verklaring geeft aan dat jouw websites en andere toepassingen te gebruiken zijn door mensen met een beperking. Voldoet een middel aan de wettelijke toegankelijkheidseisen, dan krijgt het de A-status. Uit cijfers van DigiToegankelijk blijkt dat slechts 6% van de websites en apps van de overheid nu een A-status heeft, na de doorgevoerde verbeteringen. Een B-status houdt in dat er verbeteringen door zijn gevoerd, maar dat er nog verdere aanpassingen nodig zijn om aan de toegankelijkheidswet te voldoen. Het aantal verklaringen met een B-status is behoorlijk toegenomen in het afgelopen jaar, bij gemeenten gemiddeld zelfs met 62%. De overheid is dus volop aan het verbeteren, maar heeft wel nog een weg te gaan op het gebied van digitale toegankelijkheid.

Wat zit er achter de verbeteringen?

Hoe komt het eigenlijk dat de overheid dit jaar ineens zo hard vooruit is gegaan met hun verbeteringen op het gebied van digitale toegankelijkheid? Een van de redenen is dat leveranciers van de websites en apps onderzoeksrapporten beschikbaar hebben gesteld aan overheidsinstanties. Hierdoor is het voor de instanties makkelijker om te onderbouwen waarom ze een verklaring verdienen. Daarnaast geeft het hen natuurlijk meer inzicht in wat ze allemaal nog kunnen verbeteren aan hun websites en andere digitale toepassingen!

Hoe nu verder met de digitale toegankelijkheid van de overheid?

De digitale toegankelijkheid van de overheid is het afgelopen jaar dus sterk verbeterd, maar om echt volledig aan de wetgeving te voldoen hebben ze nog een weg te gaan. Op dit moment voldoet 40% van de websites en apps van de overheid aan de wettelijke verplichting. Dat is dus nog minder dan de helft, maar ten opzichte van 2023 een hele vooruitgang.


Oekraïense overwinningen aanleiding creatie drones  

Het Oekraïnse leger boekte de afgelopen tijd een aantal grote overwinningen op het Russische leger. Onlangs viel Oekraïne zelfs de Russische regio Koersk binnen. Dit kregen ze onder andere voor elkaar door het verstoren van Russische communicatie- en besturingssystemen. Je snapt dus wel dat Rusland dit niet nog een keer wilde laten gebeuren. Daarom creërden de Russen de nieuwe drones die werken door middel van glasvezelkabels. Deze zijn immers niet te verstoren en dus kan het Oekraïense leger deze tactiek niet meer effectief inzetten.  

Drone heeft geen last van verstoringen dankzij glasvezelkabels  

De nieuwe drone werd ontwikkeld in de Russische stad Novgorod, in het productiecentrum Ushkuynik. Het ontwerp van de drone zorgt ervoor dat hij gewoon ingezet kan worden in gebieden waar radiocommunicatie wordt verstoord, zonder dat de functionaliteit van de drone eronder lijdt. Dit dankzij de glasvezelkabels, die zorgen dat de drone alsnog nauwkeurig bestuurd kan worden. Deze techniek zien we ook terug bij draadgeleide raketten. De eerste berichten over deze nieuwe drone kwamen naar buiten via het militaire Telegram-kanaal Siberian Army.

Glasvezel drones ook op de commerciële markt te vinden

Oekraïne werkt momenteel aan soortgelijke technologieën, aldus Forbes. En zij zijn niet de enige partij die dit idee van Rusland over wil nemen. Het Duitse bedrijf HIGHCAT zou later deze maand een glasvezeldrone gaan demonstreren in Oekraïne en ook een bedrijf uit Singapore biedt een soortgelijk glasvezelsysteem voor drones op de commerciële markt aan. Het bedrijf heet Skywalker Technology en biedt niet alleen deze technologie aan, maar ook diverse typen drones met militaire toepassingen. Het is dus een populaire nieuwe techniek, maar er zitten natuurlijk ook nog minpunten aan. De drone kan immers niet verder vliegen dan de glasvezelkabel lang is. Daarnaast is er altijd de kans dat de kabel beschadigd raakt of in de knoop gaat zitten. Ten slotte moet de bestuurder dichter bij zijn doel staan dan normaalgesproken, wat het risico uiteraard wat hoger maakt.


Zo pas je de eerste fase van de AI Act toe 

Om je op weg te helpen met de voorbereidingen op de eerste fase van de AI Act, zetten we hieronder een kort stappenplan voor je op een rij: 

  • Stap 1: Inventariseer alle AI die je met je bedrijf gebruikt. In sommige gevallen heb je misschien niet eens door dat je gebruikmaakt van een programma waar kunstmatige intelligentie bij komt kijken. Zoek dit dus goed uit. AI kan bijvoorbeeld een deel zijn van software die je gebruikt, zoals een CMS-systeem.  
  • Stap 2: In welke risicocategorie valt de kunstmatige intelligentie die je met jouw bedrijf gebruikt? Om dit te bepalen kun je gebruikmaken van de Europese database. Hierin vind je namelijk alle AI die onder de hoge risicocategorie valt. Je kunt ook de leverancier van de software die je gebruikt om hulp vragen als je twijfelt! 
  • Stap 3: Je weet nu in welke risicocategorie iedere vorm van AI die je gebruikt valt, dus kun je meteen bepalen hoe je de kunstmatige intelligentie wel en niet mag gebruiken. Kijk niet alleen naar de eerste fase, maar ook al naar de volgende fases. Zo ben je goed voorbereid als je een audit krijgt. De eerste fase van de AI Act slaat alleen op de hoogste risicocategorie.  
  • Stap 4: Zorg dat je alleen nog AI gebruikt op een manier die toegestaan is volgens de nieuwe AI Act om boetes en andere consequenties te voorkomen! 

Welke soorten AI vallen in de categorie ‘onacceptabel risico’?  

Om de eerste fase van de AI Act goed toe te passen, is het natuurlijk belangrijk om te weten welke soorten AI in de categorie onacceptabel risico vallen. Kunstmatige intelligentie valt in de hoogste risicogroep als het een directe bedreiging vormt voor burgers. Denk bijvoorbeeld aan dingen zoals social scoring, het manipuleren of misleiden van mensen, bijvoorbeeld door het gebruiken van iemands stem, het biometrisch categoriseren en het voorspellen van crimineel gedrag. Maakt jouw bedrijf op wat voor manier dan ook gebruik van een AI-toepassing die één van deze dingen doet, stop dan met het inzetten van deze toepassing. Of bekijk of je de toepassing op een manier in kunt zetten die wel toegestaan is.  

Hoe faseer je verboden vormen van AI het beste uit?  

Als je erachter bent dat je bepaalde vormen van AI gebruikt die vanaf 1 februari 2025 verboden zijn volgens de AI Act, moet je deze uiteraard uit gaan faseren. Dit gaat vaak niet van de ene op de andere dag. Er zijn een aantal strategieën die je hiervoor kunt inzetten: 

  • Het gebruik stoppen: Stop met het gebruiken van de AI-toepassing.  
  • Zoek een goed alternatief: Misschien is er een alternatief voor de AI-toepassing die in principe hetzelfde doet, zonder gebruik te maken van een verboden vorm van AI. Mocht je bijvoorbeeld een nieuwsbrief programma hebben dat gebruik maakt van social scoring, vervang dit dan door A/B testen! 
  • Verboden AI vervangen door AI die wel is toegestaan: Maakt jouw huidige AI gebruik van een vorm van social scoring, dan kun je ervoor kiezen om dit programma te vervangen door software die bijvoorbeeld alleen naar bepaalde kenmerken van anonieme groepen kijkt. Bijvoorbeeld leeftijdscategorieën en een regio waar men woont.  
  • Vervang de AI door menselijke medewerkers: Ten slotte kun je ervoor kiezen om de AI-toepassing te laten gaan en het werk over te laten nemen door menselijke medewerkers. Misschien kun je binnen dezelfde software ook werken zonder AI en het werk van de AI door een persoon over laten nemen? Het kost dan misschien wat meer tijd, maar je loopt geen risico op hoge boetes! 

Conclusie  

Er zijn diverse manieren waarop jij jouw bedrijf goed kunt voorbereiden op de eerste fase van de AI Act die op 1 februari 2025 ingaat. Of je er nu voor kiest om de AI-toepassingen stop te zetten of naar alternatieven te gaan zoeken, we raden je aan er op tijd mee te beginnen. Het voelt misschien nog ver weg, maar het uitfaseren van bepaalde toepassingen en werkwijzen kan veel tijd in beslag nemen. Voor je het weet is het februari 2025 😉  


3500 kilometer aan glasvezelnetwerk voor Defensie  

Maar liefst zeven teams werken aan de connectiviteit en verbindingen van Defensie, die worden gerealiseerd door een glasvezelnetwerk van zeker 3500 kilometer in lengte. In totaal bestaan die teams uit 140 vaste medewerkers en daarnaast nog een pool van 20 tot 60 oproepkrachten. Voor de aanleg van de fysieke infrastructuur, dus de glasvezelkabels, is er het team Cable Management. Voor de uiteindelijke connectie tussen alle locaties van Defensie hebben ze het team Wide Area Network. Is er vervanging of reparatie van de kabels of apparatuur nodig, dan staat het team engineers van de Field Services klaar. Het privénetwerk van Defensie staat bekend als het Netherlands Armed Forces Integrated Network.  

Niet alleen voor Defensie  

Defensie is niet de enige organisatie die gebruikmaakt van het glasvezelnetwerk. Er zijn diverse overheidsinstellingen die ook op het Netherlands Armed Forces Integrated Network kunnen. Voor overzeese verbindingen, bijvoorbeeld met missiegebieden, heeft Defensie het team Satelietcommunicatie. De verschillende HF-, VHF- en UHF- verbindingen voor de luchtmacht, marine en kustwacht wordt door het team Radiosystemen onderhouden vanuit diverse zend- en ontvangstlocaties. En ten slotte is er het team NARFA NL, dat al het frequentiegebruik op de militaire band coördineert.  

Al bijna 30 jaar NAFIN 

Het Netherlands Armed Forces Integrated Network bestaat inmiddels al bijna 30 jaar. Het netwerk verbindt 180 Defensie locaties met elkaar en komt op 250 plekken boven de grond. De plekken die niet door Defensie gebruikt worden, zijn voor ketenpartners zoals de politie, NAVO in België en Duitsland en Haagse ministeries. Voor hen is dit netwerk natuurlijk ideaal, aangezien het een enorm stabiel en veilig netwerk is. Alles is dubbel uitgevoerd, dus als er een storing plaatsvindt, ligt er altijd nog een back-up kabel. Hierdoor kan alles gewoon doorlopen. Daarnaast werkt een team er 24 uur per dag aan om storingen en defecten te voorkomen. Zo houdt men het risico zo klein mogelijk!


Wat zijn de gevolgen van deze uitspraak in de rechtszaak tegen Google?  

Dat de uitspraak van de Amerikaanse rechter grote gevolgen gaat hebben, is zeker. Dit zal echter nog even duren, want Google kondigde na de rechtszaak aan in hoger beroep te gaan tegen het vonnis van de rechter in Washington. Dat vonnis luidde dat ‘Google een monopolist is, en dat het op een manier heeft gehandeld om deze positie zeker te behouden’. In het ergste geval (voor Google dan) zal het bedrijf van Alphabet moeten stoppen met hun lucratieve zoekmachine-activiteiten. Dat betekent dat Google zijn immens hoge advertentie-inkomsten mis zal gaan lopen. Dit zou niet goed zijn voor het bedrijf, want de advertentiemarkt zorgt voor ruim driekwart van de omzet van Alphabet. Tot nu toe heeft de rechter echter alleen de uitspraak gedaan dat Google het Amerikaanse mededingingsrecht schendt. Welke sancties de rechtbank het bedrijf gaat opleggen, is nog niet bekend.  

Wat was de aanleiding voor de rechtszaak tegen Google? 

Google heeft een monopolie opgebouwd op de advertentiemarkt, maar dat is niet het enige probleem. Het bedrijf maakt namelijk ook misbruik van die monopolypositie. Google betaalde namelijk alleen al in 2021 26,3 miljard dollar om ervoor te zorgen dat zijn zoekmachine de standaard is op smartphones en browsers. Dit natuurlijk met het doel om zijn dominante marktaandeel te behouden. Apple krijgt jaarlijks het hoogste bedrag toegeschoven om Google als zoekmachine in te bouwen. Dit gaat uiteraard ten koste van andere zoekmachines en adverteerders, die niet het vermogen hebben om zoveel geld uit te geven voor dit soort afspraken. Het geld dat Google uitgeeft, verdient het immers zo weer terug met de hoge kosten die ze vragen voor het adverteren in de zoekmachine. Nieuwkomers die misschien wel betere zoekmachines hebben, maken zo dus geen enkele kans.  

Google houdt niet van concurrentie

Dat Google een hoog marktaandeel heeft, is dus niet het probleem. Dit is immers niet verboden. Het probleem is dat het bedrijf er alles aan doet om zijn concurrentie te beperken en dat mag niet. Zelfs met hun hoge budget en uitbundige rechtsbijstand wist Google deze misstanden niet te rechtvaardigen voor de rechtbank. Zo probeerden de advocaten van het bedrijf de jury te overtuigen dat ze geen zoekmachine zijn, maar dat ze simpelweg vragen van mensen beantwoorden. De rechter zag dit toch echt anders. Het vonnis van de rechter in deze rechtszaak gaat de positie van Google op de advertentiemarkt wezenlijk veranderen, maar hopelijk zal het autoriteiten ook meer aanmoedigen om Big-Tech bedrijven aan te pakken voor illegaal gedrag.  
 
Wat denk jij, is dit een goede stap vooruit?


NWO Impact Explorer Subsidie

In totaal is de NWO Impact Explorer Subsidie 1.000.000 euro en bestaat uit individuele subsidies die variëren van 20.000 euro tot 30.000 euro. Deze subsidies zijn in het leven geroepen om onderzoekers in staat te stellen meer maatschappelijk impact te maken met hun onderzoek. Daarnaast is het een goede manier om de kloof tussen theorie en praktijk op universiteiten te overbruggen.  

Verbeteren van de individuele veiligheid  

Loe Schlicher is één van de onderzoekers die de beurs hebben ontvangen. Het doel van zijn onderzoek is om de individuele veiligheid in Nederland te verbeteren door middel van wiskundige modellen. De moord op Peter R. de Vries was voor hem de aanleiding om hier onderzoek naar te willen doen. Hij werkt samen met de Nederlandse Nationale Politie om de inzet van lijfwachten te optimaliseren. Wat innovatief is aan zijn project is dat hij gebruik maakt van een ‘serious board game’ om te demonstreren hoe effectief de wiskundige modellen zijn die hij ontwikkelt. Hij heeft hiervoor gekozen omdat het een goede manier is om politie en beleidsmakers op een interactieve en begrijpelijke manier te betrekken bij het onderzoek. Hij kan situaties uit het echte leven simuleren en zo illustreren hoe de wiskundige modellen de veiligheid verbeteren.  

Betaalbare vezelsensortechnologie  

De tweede onderzoeker is Andrea Fiore. Zij wil de efficiëntie, flexibiliteit en duurzaamheid van productieprocessen van reactoren verbeteren met behulp van betaalbare vezelsensortechnologie. Haar onderzoeksteam heeft ze FibChem genoemd en ze zijn bezig met een prototype voor die technologie. Het team richt zich momenteel op geminiaturiseerde (bio)chemische reactoren en wil ook andere potentiële markten verkennen. Biochemische reactoren zijn compacte apparaten die zorgen voor het tot stand brengen van chemische reacties.  

Conclusie  

Door het aanbieden van de NWO Impact Explorer beurs wil de overheid meer ruimte maken voor onderzoek met een maatschappelijke impact. Daarnaast helpt het universiteiten zoals de TU/e met het overbruggen van de kloof tussen theorie en praktijk, aangezien er op universiteiten vaak weinig ruimte is voor praktijkgericht leren. Het is dus een mooie win-win situatie, zowel voor de studenten als voor de maatschappij!