Specialist in digitale netwerkverbindingen
Maatwerk & installatie op aanvraag
Artikelen leverbaar uit voorraad en back to back
Vandaag besteld, morgen geleverd

Nederland op de zevende plek van landen met snelste internet 


Gemeten gemiddelde snelheden wereldwijd  

Cable en M-lab deden dit onderzoek en voerden snelheidstests uit over de hele wereld. Hiervoor gebruikten ze snelheidstests die gebruikers zelf uitvoeren in ieder land. In Nederland gebruikten de onderzoekers hiervoor de data van 1,7 miljoen IP-adressen en in België 1,8 miljoen. In totaal bekeken de onderzoeksgroepen zo’n 1,5 miljoen snelheidstests van over de hele wereld. De snelheden die gemeten zijn, waren gebaseerd op wifisnelheid, wat betekent dat de resultaten mogelijk lager uitvielen dan de verbindingen eigenlijk aankunnen. Daarnaast voeren mensen vaak pas een snelheidstest uit als ze vermoeden dat er problemen zijn met hun verbinding of wanneer hun internet ineens sneller is. Hierdoor is het niet duidelijk hoe representatief de cijfers nu echt zijn.  

Veranderingen over de afgelopen jaren 

Veel landen die redelijk onderaan de lijst staan, stonden altijd al redelijk onderaan. Denk bijvoorbeeld aan Syrië en Turkmenistan. Toch hebben er ook wel een aantal veranderingen plaatsgevonden op het gebied van internetsnelheid in sommige landen. Zo is het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld gezakt op de lijst ten opzichte van andere landen in West-Europa. De onderzoekers wijden dit aan de relatieve snelheid waarmee Full Fibre in het Verenigd Koninkrijk wordt uitgerold. Men is hier druk mee bezig in Engeland, maar het lijkt niet zo snel vooruit te gaan als in andere Europese landen. Ten slotte geven de onderzoekers aan dat er ook steeds vaker mensen zijn die bewust voor een abonnement met lagere snelheden kiezen in sommige landen, met name vanwege de hoge kosten. Dit kan natuurlijk ook iets doen met de resultaten! 

Conclusie  

Het ziet er dus naar uit dat Nederland het wereldwijd goed doet op het gebied van internetsnelheid. In de afgelopen jaren is er in ons land ook ineens veel tijd en geld gestoken in het aanleggen van glasvezelnetwerken. Hierdoor hebben we in grote delen van ons land al toegang tot sneller en stabieler internet. De verwachting is dat het gemiddelde in ons land dus alleen maar hoger gaat worden de komende jaren 😉


Datacenters in de ruimte, is dat haalbaar?

De Europese Unie gaf 2,1 miljoen euro uit aan een onderzoeksproject genaamd Advanced Space Cloud for European Net zero emission and Data sovereignty (ASCEND). Het onderzoek heeft 16 maanden geduurd en de EU is tot de conclusie gekomen dat datacenters plaatsen in de ruimte ’technisch en economisch haalbaar’ is. Daarnaast zou het een positieve impact hebben op het milieu. Buiten de dampkring hebben datacenters meer profijt van zonne-energie dan hier op aarde. Dit zou dus een goede oplossing kunnen zijn van de druk die datacenters hebben gebracht op het milieu en het elektriciteitsnet in Europa en de rest van de wereld. Uit een ander onderzoek blijkt namelijk dat alle datacenters ter wereld in 2026 net zoveel energie nodig zullen hebben als heel Japan. Daarnaast zorgen datacenters voor veel C02-uitstoot met het verwerken en opslaan van digitale gegevens.

Hoeveel datacenters moeten er de ruimte in?

ASCEND wil beginnen met 13 datacenters de ruimte in te lanceren in 2036, met een capaciteit van 10 megawatt. Uiteindelijk is de bedoeling dat er tegen 2050 zo’n 1300 datacenters de ruimte in zijn die samen een gigawatt aan energie genereren. Toevallig is dit hetzelfde jaar waarin de Europese Unie gezegd heeft klimaatneutraal te willen worden. Het klinkt in principe als een prima plan, maar het wordt nog niet zo makkelijk om die datacenters ook daadwerkelijk in de ruimte te krijgen. Dit gaat in ieder geval een hoop brandstof kosten, want iedere datacenter moet apart de ruimte in gelanceerd worden. Een andere onderzoeksgroep is om die reden bezig om een milieuvriendelijke manier van lanceren te ontwikkelen, waardoor er nog maar een tiende van de brandstof nodig zou zijn voor het lanceren van de datacenters.

Niet iedereen is het ermee eens

Het plan van de EU lijkt goed uitgedacht, maar er zijn toch een hoop mensen kritisch over. Al zou het plan veel opleveren, het gaat ook miljoenen aan brandstof kosten om te zorgen dat al die datacenters in een baan rond de aarde kunnen blijven bewegen. Een ander punt van kritiek is dat het in de ruimte lastiger wordt om de datacenters effectief te beschermen tegen andere, eventueel vijandelijke, landen. Ondanks de punten van twijfel lijkt het plan wel in trek te zijn, want ook Microsoft is samen met ruimtevaartbedrijf Loft Orbital onderzoek aan het doen naar AI datacenters in de ruimte!


Twee keer zoveel snelste glasvezel abonnementen  

In het eerste kwartaal van 2024 kozen 380000 huishoudens voor het snelste glasvezel abonnement met een snelheid van 1 gigabit of meer. In dezelfde periode een jaar eerder waren dit 200000 huishoudens, dus dat is bijna een verdubbeling in een jaar tijd. Deze gegevens komen uit de Telecommonitor van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). En hieruit blijkt dus dat de groei van glasvezel in Nederland steeds meer aan het doorzetten is. Dat is ook wel te merken als je om je heen kijkt. Op veel plekken wordt gegraven om glasvezel aan te leggen. Momenteel hebben al zeker 7,38 miljoen huishoudens glasvezel voor de deur liggen. Meer dan een derde daarvan heeft ook echt een glasvezel abonnement en maken dus ook gebruik van dit netwerk.  

Aanleg van glasvezel gaat niet overal even soepel  

Helaas zijn er nog delen van Nederland waar het aanleggen van glasvezel een beetje achterblijft. Dit is onder andere het geval in sommige delen van Groningen, Noord-Holland, Zeeland, Zuid-Holland en Limburg. Hier is het dus nog lang niet altijd mogelijk om gebruik te maken van een glasvezelverbinding. Het aantal mensen dat gebruikmaakt van een coax- of koperverbinding neemt steeds meer af. Er is vooral een sterke daling in koperverbindingen te zien in Nederland.  

Gecombineerde abonnementen niet meer zo populair  

Het gecombineerde abonnement met internet, tv en telefonie is niet meer zo populair in Nederland. Huishoudens kiezen liever voor een bundel met slechts twee diensten, aangezien vaste telefonie in veel huishoudens niet eens meer gebruikt wordt. Daarnaast blijkt uit de Telecommonitor dat consumenten steeds vaker kiezen voor een bundel met vast internet en een mobiel abonnement. Vaak krijgt men hiervoor korting op hun vaste contract en ook nog gratis extra data voor het mobiele abonnement.  

Conclusie  

Glasvezel blijft populariteit winnen in Nederland, zeker de snelste variant van het glasvezel abonnement. En dat terwijl een deel van ons land nog niet eens toegang heeft tot een glasvezelnetwerk. De aanleg van glasvezel gaat momenteel erg snel, maar blijft in een aantal regio’s nog een beetje achter. Ten slotte worden bundels met een combinatie van internet, tv en telefonie steeds minder gewild en kiezen meer consumenten voor een bundel van vast internet en een mobiel abonnement.  


Datacenters zijn niet meer weg te denken 

Inmiddels spelen datacenters een cruciale rol in onze maatschappij. Ze zorgen ervoor dat servers altijd blijven draaien, waardoor digitale diensten ieder uur van iedere dag bereikbaar zijn. De koeling van deze datacenters is momenteel de grootste uitdaging, aangezien ze 24/7 moeten draaien. Zonder koeling zouden ze in mum van tijd oververhit raken. Bij veel datacenters kiest men ervoor om water te gebruiken voor het koelen, omdat er anders een te hoog energieverbruik zou zijn.  

Is het waterverbruik van datacenters echt zo hoog?  

Voor de koeling verbruiken datacenters dus behoorlijk wat water. Of dit ook te veel is, is natuurlijk een beetje relatief, maar met de huidige risico’s op drinkwatertekort is er uiteraard wel wat van te zeggen. De Nederlandse overheid heeft inmiddels een protocol opgezet, genaamd de ‘Verdringingsreeks’. Dit protocol bepaalt dat wanneer er een drinkwatertekort dreigt, de toegang tot schoon water voor niet essentiële doeleinden wordt geblokkeerd. Datacenters vallen hieronder, dus de kans is groot dat ze in de hoogzomer geen toegang meer hebben tot de watervoorraad en weer over moeten op koelen met elektriciteit. Op dat moment dragen de datacenters dus niet meer bij aan een eventueel watertekort, maar is het eigenlijk ook al aan de late kant.  

Initiatieven om het waterverbruik terug te dringen

Gelukkig zijn er al een hoop partijen bezig met initiatieven en alternatieven om het waterverbruik van datacenters terug te dringen. Veel datacenters zijn actief bezig met een zogeheten watertransitie. Ze zoeken oplossingen om minder afhankelijk te zijn van drinkwater en het waterverbruik zoveel mogelijk te minimaliseren. Pathema is bijvoorbeeld al bezig met een duurzaam initiatief dat lineaire koelsystemen omzet in circulaire systemen. Water wordt hierbij behandeld zonder chemicaliën en kan steeds opnieuw gebruikt worden in een datacenter. Met deze aanpak kan men de watervoetafdruk verminderen met 40% en het waterverbruik zelfs met 95%!


Kunstmatige intelligentie en stroomverbruik  

Achter alle bestaande AI-modellen zitten datacenters die enorm veel stroom verbruiken. Kunstmatige intelligentie vergt immers een hoop rekenkracht en om die op te wekken, is er veel energie nodig. Datacenters gebruiken zo’n 10 tot 50 keer zoveel energie als een gemiddeld bedrijfspand per verdieping. Er is inmiddels heel wat onderzoek gedaan naar het energieverbruik en de impact op het klimaat van kunstmatige intelligentie. Een onderzoek van de Universiteit van Massachusetts wijst bijvoorbeeld uit dat het trainen van slechts één AI-model zorgt voor meer dan 283.000 kilogram aan C02. Helaas is het lastig om de impact van kunstmatige intelligentie op het milieu nauwkeurig te berekenen, aangezien veel techbedrijven niet transparant zijn over hun energieverbruik en C02-uitstoot.  

De impact van kunstmatige intelligentie op het klimaat kan ook positief zijn! 

Nu hebben we het alleen gehad over de negatieve impact van AI op het klimaat, maar er zijn ook een hoop manieren waarop AI-modellen juist kunnen meehelpen aan dingen die het milieu positief beïnvloeden. De Green AI-beweging is recent ontstaan en hun doel is om duurzame en milieuvriendelijke algoritmes te ontwikkelen. Kunstmatige intelligentie kan immers helpen om klimaatverandering beter in kaart te brengen en oplossingen hiervoor aan te dragen. Daarnaast kunnen we AI inzetten om natuurrampen beter te voorspellen, zodat mensen op tijd kunnen evacueren. Op dit moment wordt kunstmatige intelligentie al voor een aantal groene doeleinden ingezet:  

  • Illegale ontbossing tegengaan: Het WNF ontwikkelde een AI-model genaamd Forest Foresight. Ze zetten dit model in om illegale ontbossing op tijd tegen te houden, onder andere met behulp van satellietbeelden.  
  • Biodiversiteit monitoren: Wetenschappers hebben AI-technologie gecombineerd met drones en satellietbeelden om de biodiversiteit te kunnen monitoren. Zo spotten ze veranderingen sneller en kunnen ze indien nodig op tijd ingrijpen. Ook ziektes onder wilde dieren worden op deze manier sneller en makkelijker opgemerkt.  
  • Water reinigen en hergebruiken: Men kan met behulp van AI de kwaliteit van water beter in de gaten houden en het water op tijd reinigen. Zo ziet men sneller wanneer er chemicaliën of andere vervuilingen in het water zitten en kan het water meteen extra schoongemaakt worden.  
  • Verspilling tegengaan: Verspillingen van voedsel en water hebben een grote impact op het klimaat. Men onderneemt al veel om voedselverspilling tegen te gaan, maar met behulp van AI kunnen we hier nog wat verder in gaan. Denk bijvoorbeeld aan het hanteren van dynamische prijzen voor voedsel op basis van de houdbaarheidsdatum. Daarnaast kan AI voorspellingen doen, waardoor supermarkten hun inkoop beter kunnen afstemmen op het consumentgedrag.  

Dit zijn slechts een aantal voorbeelden van alle positieve dingen waar we kunstmatige intelligentie voor kunnen gebruiken op het gebied van duurzaamheid!

Conclusie  

Op dit moment is de negatieve impact van kunstmatige intelligentie nog behoorlijk duidelijk aanwezig, maar hier begint verandering in te komen. Men besteedt steeds meer aandacht aan energiezuinigheid en duurzaamheid bij het bouwen van datacenters en het ontwikkelen van AI-modellen. Daarnaast zijn er ook veel positieve dingen die kunstmatige intelligentie doet voor het milieu en het klimaat. Men is steeds meer bezig met het opzetten van milieuvriendelijke algoritmes die kunnen helpen om duurzame doelen te behalen. Momenteel zijn er al AI-modellen die goede dingen doen voor het milieu, zoals helpen verspilling tegen te gaan en biodiversiteit te monitoren.


Het gebruik van AI binnen de cultuursector

Kunstmatige intelligentie opent een hoop deuren en schept veel mogelijkheden, ook binnen de cultuursector. De erfgoedsector maakt momenteel al heel wat gebruik van AI, bijvoorbeeld voor het doorzoekbaar maken van handgeschreven brieven, gezichtsherkenning in audiovisueel materiaal om bepaald beeldmateriaal makkelijker te kunnen vinden en om nieuwe verbanden te leggen tussen Europese archieven. Maar ook op het gebied van cultuur kan AI natuurlijk voor veel dingen ingezet worden:

  • Waarde toevoegen voor publiek of organisatie: AI kan helpen om het culturele aanbod meer toegankelijk te maken voor het publiek. Dit kan bijvoorbeeld door middel van ondertiteling of automatische vertalingen. Organisaties kunnen AI inzetten om bezoekersaantallen accuraat in te schatten en hun personeelsinzet hierop aan te passen, waardoor ze heel wat kosten kunnen besparen.
  • Automatiseren en efficiënter maken van werkprocessen: Met kunstmatige intelligentie kan een organisatie een hoop werkprocessen automatiseren, wat leidt tot kostenbesparing en efficiënter werken. Voorbeelden hiervan zijn het automatisch vertalen van flyers, het bewerken van video’s en foto’s en het beantwoorden van vragen vanuit klanten via een chatbot. Veel culturele instellingen zijn onderbemand en moeten op hun kosten letten, dus dit zou een mooie uitkomst zijn!
  • Nieuwe producten aanbieden: Kunstmatige intelligentie is een fijn hulpmiddel voor het creëren van nieuwe producten. Makers kunnen het bijvoorbeeld als inspiratie gebruiken bij het maken van nieuwe muziek, het digitaal restaureren van een schilderij of om binnen een eigen collectie nieuwe verbanden te leggen en zo weer nieuwe content te creëren.
  • Verbeteren van de beleving voor het publiek: De culturele sector kan AI inzetten om hun publiek beter te bedienen, wat leidt tot een betere beleving. Voorbeelden hiervan zijn gepersonaliseerde digitale interactieve tours en rondleidingen met behulp van apps en gepersonaliseerde aanbiedingen op platforms van culturele instellingen.

Wat voor negatieve invloed heeft AI op culturele ontwikkeling?

We hebben nu een hoop positieve punten benoemd die kunstmatige intelligentie meebrengt voor de cultuursector, maar er zijn natuurlijk ook een aantal uitdagingen die daar tegenover staan. Zo is de kwaliteit van de output van AI soms nog twijfelachtig, zeker omdat we vaak niet weten waar de informatie precies vandaan komt en of deze dus wel juist is. Daarnaast is het voor makers opletten met auteursrechten, ook als je een AI-sample alleen als inspiratie gebruikt. AI kan immers informatie halen uit een werk waar auteursrecht op berust. En de grootste uitdaging waar we nu tegenaan lopen met het inzetten van kunstmatige intelligentie, is dat het vaak werkt op vooroordelen.

AI en vooroordelen

Het gebruik ervan kan uiteindelijk dus leiden tot een versterking van bepaalde vooroordelen, een invloed die we uiteraard niet willen voor AI aangezien het culturele ontwikkeling vaak juist in de weg staat. Veel generatieve AI-tools hebben bijvoorbeeld een Amerikaanse en Europese bias. Dit betekent dat de content die de AI genereert vaak niet representatief is voor mensen van over de hele wereld. De manier waarop AI getraind wordt, bepaalt wat voor uitkomsten de AI geeft. Gebruikt men alleen informatie die vooroordelen bevat over een bepaald ras of geslacht, dan is de kans groot dat de AI uitkomsten geeft die discrimineren. Dit is één van de redenen dat bedrijven er nog huiverig in zijn om AI in te zetten voor hun wervingsproces. Gelukkig neemt men al stappen om deze uitdaging aan te pakken, bijvoorbeeld het trainen van AI met meer diverse informatiesets. In de toekomst kunnen we kunstmatige intelligentie dus ook vooroordeel-vrij maken!


Concurrentie tussen glasvezel aanbieders  

Er is duidelijk een concurrentiestrijd gaande tussen diverse glasvezel aanbieders. Op sommige plekken ligt de weg wekelijks open. Het maakt sommige aanbieders niet eens uit of er al glasvezelkabels van een andere aanbieder liggen, ze leggen die van hen er gewoon naast. We kunnen ons voorstellen dat jij je nu afvraagt: maar mag dat dan zomaar? Ja, volgens de Europese wetgeving mag iedereen die dat wil glasvezel aanleggen, ook als er al kabels liggen van een andere aanbieder. Het zijn niet alleen de bekende, grotere bedrijven die de strijd met elkaar aangaan, zoals KPN en Ziggo. Er zijn ook nieuwe bedrijven bijgekomen die zich alleen op glasvezel focussen, zoals Glaspoort. Hierdoor neemt de concurrentie toe voor het aanleggen van glasvezel.

Overlast zoveel mogelijk beperken

Het nieuwe bedrijf Glaspoort legt alleen de glasvezelkabels en heeft als doel om heel Nederland van glasvezel te voorzien. Momenteel zitten ze op 35% en ze hopen hun doel in 2028 te behalen, geeft een woordvoerder van het bedrijf aan. Het bedrijf werkt samen met 22 verschillende aanbieders van glasvezelabonnementen. Aangezien ze zelf geen abonnementen bieden, heeft Glaspoort minder te maken met de concurrentie in glasvezel. Het is voor hen alleen maar positief, aangezien ze hierdoor meer kabels aan kunnen leggen. De woordvoerder geeft ook aan dat ze hun best doen om overlast te voorkomen door de stoepen zo kort mogelijk open te houden bij het ingraven van de glasvezelkabels. Toch geven veel mensen aan er last van te hebben dat de stoepen constant openliggen voor het aanleggen van glasvezel.

Wat is eigenlijk het verschil per aanbieder?

Zit er nu eigenlijk een groot verschil tussen de glasvezelverbindingen van verschillende aanbieders? Die vraag zien we vaak voorbij komen bij consumenten, wat natuurlijk ook logisch is. In de kabels die men in de grond legt, zit weinig verschil. Wat in sommige gevallen wel anders is, is de techniek die een aanbieder gebruikt voor hun glasvezelnetwerk. Het is in ieder geval een goede zaak dat er meer concurrentie komt op het gebied van glasvezel voor de grote partijen, aangezien de prijzen onnodig hoog zijn op dit moment. KPN en Ziggo bleven hun prijzen maar verhogen door het gebrek aan concurrentie in de glasvezel, maar dat is hopelijk binnenkort voorbij. De grote partijen verliezen namelijk steeds meer abonnees aan nieuwkomers op de glasvezelmarkt. Dit komt vaak doordat concurrenten een betere prijs aanbieden voor hetzelfde product.

Welke aanbieder van glasvezel is het meest gunstig?

Dankzij de concurrentie op het gebied van glasvezel zijn de gemiddelde prijzen voor abonnementen dus aan het dalen. Maar bij de ene aanbieder dalen de prijzen natuurlijk verder dan bij de andere aanbieder. Daarnaast verschillen de prijzen vaak ook per wijk of regio. Wil je een nieuw glasvezelabonnement afsluiten, dan raden we je dus zeker aan om goed diverse aanbieders te vergelijken. Bedenk daarnaast wat je echt nodig hebt in jouw huishouden en wat overbodig is. Met glasvezel kun je namelijk gebruikmaken van enorm snel internet, maar als je het niet nodig hebt, betaal je eigenlijk ook teveel. En dat is uiteraard zonde!


Meer dataverkeer, minder belminuten  

In 2023 is het aantal huishoudens dat gebruikmaakt van glasvezelinternet met zo’n 25% gestegen. Daarnaast steeg het mobiele dataverbruik afgelopen jaar met ruim 25%. Daarentegen zijn we veel minder gaan bellen, zowel met onze mobiele telefoon als via een vaste telefoonlijn. In 10 jaar tijd is het aantal minuten dat we bellen via een vaste telefoonlijn met 75% gedaald. In de Coronatijd had het aantal belminuten weer een korte opleving. We zagen elkaar minder en gingen dus toch Veel mensen hebben vandaag de dag niet eens meer een vaste telefoon in huis. Dat is natuurlijk niet echt een verrassing, want het lijkt vaak veel makkelijker en sneller om even een berichtje of mailtje te sturen in plaats van te bellen. Onder de jongere generaties zien we zelfs dat er steeds vaker belangst voorkomt.  

Mobiel dataverkeer vier keer hoger geworden  

Er zijn inmiddels een hoop huishoudens in ons land die gebruik maken van glasvezelinternet. In 2023 waren er 7,13 miljoen huishoudens aangesloten op het glasvezelnetwerk en het aantal huishoudens dat ook echt een glasvezel abonnement hadden afgesloten was ook met 300.000 gestegen naar de 2,64 miljoen. Ruim een derde van de Nederlandse huishoudens met een aansluiting heeft dus ook daadwerkelijk een abonnement afgesloten. Het aantal koperaansluitingen is juist aan het dalen, want op sommige plekken wordt deze voorziening zelfs al uitgeschakeld als er daar glasvezel beschikbaar is. Ooit in de toekomst zal heel Nederland dus waarschijnlijk overgaan op glasvezel en worden alle koperaansluitingen uitgeschakeld.  

Het mobiele dataverbruik in Nederland  

Het mobiele dataverkeer in Nederland is vier keer zo hoog geworden ten opzichte van 5 jaar geleden. In het derde kwartaal van 2023 steeg het verbruik naar 558 miljoen gigabyte. Dat is een stijging van 8,6% ten opzichte van het tweede kwartaal van dat jaar. Sinds de start van de metingen is het derde kwartaal van 2023 dus het kwartaal met het hoogste mobiele dataverbruik geweest. De stijging in het dataverbruik in Nederland is deels te verklaren doordat er steeds meer apparaten zijn die zelf gebruik maken van een dataverbinding. Denk bijvoorbeeld aan auto’s, slimme meters en alarmsystemen.

Conclusie  

Het is duidelijk dat we in Nederland steeds meer via internet doen en dat we ook steeds meer data gebruiken als we onderweg zijn. Dat is goed te zien in de cijfers, want het totale dataverkeer is in 2023 hard gestegen. Daarentegen zijn we juist veel minder gaan bellen, zeker met een vaste telefoonlijn. Inmiddels hebben meer dan 7 miljoen huishoudens in Nederland toegang tot het glasvezelnetwerk, waarvan een derde ongeveer ook gebruikmaakt van een glasvezelabonnement. En naar verwachting gaan we er uiteindelijk naartoe dat heel Nederland gebruikmaakt van glasvezel, want in sommige plekken worden de koperaansluitingen al uitgeschakeld!  

Bron: Telecommonitor ACM 


Zo gaat glasvezel graven in zijn werk  

In sommige gevallen hoeft er maar een klein stukje gegraven te worden en in andere gevallen ligt er zelfs al een buizennetwerk waar men glasvezel eenvoudig doorheen kan voeren of ligt er zelfs al een glasvezelkabel voor de deur. Ligt er al een kabel voor de deur? Dan hoeft deze alleen door te worden getrokken naar de meterkast van een bedrijf of woning die een glasvezelaansluiting wil. Gaat het om een locatie die niet in de buurt van een bestaande aansluiting ligt, dan moet men een nieuwe aansluiting graven tussen het pand en de dichtstbijzijnde handhole.  
 
Voordat het graven begint, zet men een haspelwagen klaar met een lege HDPE buis van 40mm. Daarna analyseert het team de kaart nog eens grondig om te kijken welke route ze moeten nemen en welke obstakels ze tegen kunnen komen tijdens het graven. Alle buizen, al aanwezige glasvezelkabels, stroomkabels en leidingen, met de bijbehorende dieptes. Het plan van aanpak staat ook aangegeven op de kaart.  

Het graven kan beginnen  

Als het glasvezel graven begint, ligt de afgerolde HDPE buis al klaar om ingegraven te worden. Het graven begint bij de handhole, een stukje vanaf de locatie van het bedrijf of de woning die aangesloten gaat worden op het glasvezelnetwerk. Men sluit de HDPE buis aan op de bestaande handhole. Hierna graaft het team de geul over de hele route die de kabels moeten afleggen en rollen ze de lege HDPE buis uit langs de route. De glasvezelkabels worden in de buis geplaatst en in de geul gelegd. Voordat het team de geul weer dichtgooit, plaatsen ze een waarschuwingslint, ongeveer 30 centimeter onder het oppervlak, met de tekst ‘let op glasvezelkabel!’. Mochten er in de toekomst nog graafwerkzaamheden plaatsvinden in de omgeving, dan is dit een extra waarschuwing om te voorkomen dat de glasvezelkabels beschadigd raken.  


Wat houdt de regulering van AI in?  

De AI Act moet ervoor zorgen dat ‘bepaalde AI-applicaties die de rechten van burgers bedreigen, verboden worden’. In het akkoord van de Europese Lidstaten staat dat men AI-systemen gaat indelen in verschillende risicoprofielen. Systemen die in het hoogste niveau vallen, worden verboden. Maar ook systemen met een lager risico moeten aan strenge eisen voldoen om goedgekeurd te worden door het parlement. Denk bijvoorbeeld aan algoritmes die men kan gebruiken om cv’s door te spitten. Deze mogen ingezet worden, maar dan moet een bedrijf er zeker van zijn dat het systeem niet zal discrimineren op basis van ras, leeftijd, geslacht, enzovoorts.

Wat betekent de AI regulering in de praktijk?  

Dit betekent onder andere dat bedrijven geen biometrische systemen mogen maken op basis van ‘gevoelige kenmerken’. Ze mogen ook geen gezichten scrapen van andere platforms met als doel om een gezichtsherkenningsdatabase te maken. Ook AI die menselijk gedrag kan manipuleren of die misbruik maakt van de kwetsbaarheden van mensen is verboden. Men mag ook geen systemen maken die emoties herkennen in scholen of werkplekken, die sociale scores geven of die voorspellend politiewerk doen. De politie zelf krijgt daarnaast duidelijke kaders binnen het inzetten van kunstmatige intelligentie. Zij mogen geen biometrische identificatiesystemen gebruiken, alleen in speciale gevallen, maar daarvoor moeten ze een uitgebreide uitleg indienen. Denk bijvoorbeeld aan gevallen zoals een vermiste persoon of een terroristische dreiging. Ten slotte staat in de AI Act dat men afbeeldingen en video’s die met AI zijn gemaakt ook duidelijk moeten bestempelen als ‘AI-content’, zodat gebruikers weten dat het niet echt is. Dit natuurlijk om deepfakes en dergelijke tegen te gaan.  

Wanneer gaat de nieuwe AI-wet in?  

De nieuwe regulering van AI gaat gefaseerd ingevoerd worden, dus niet in één keer. Hier gaat dus nog wat tijd overheen. In mei publiceert het Parlement de definitieve wet pas en daarna duurt het nog een half jaar voordat het verbod op onacceptabele AI-systemen ingaat. In 2025 gaan de regels voor generatieve AI-systemen, zoals ChatGPT en Midjourney, pas in. Ten slotte gaan in 2026 de laatste regels in. Systemen met een hoog risicoprofiel zijn dan verplicht om een mensenrechtentoets te ondergaan, zodat men zeker weet dat het systeem niet discrimineert en geen vooroordelen toepast. Bedrijven die de AI-wet overtreden, kunnen enorm hoge boetes krijgen, die op kunnen lopen tot 35 miljoen euro.