Specialist in digitale netwerkverbindingen
Maatwerk & installatie op aanvraag
Artikelen leverbaar uit voorraad en back to back
Vandaag besteld, morgen geleverd

Zijn overheidsinstanties niet goed op de hoogte van de privacywet?


Waarschuwing van de AP 

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) wijst in het ‘Sectorbeleid Overheid’ op dit gevaar dat overheden momenteel lopen. Dat gaat niet alleen om het gevaar van te afhankelijk zijn van een beheerder, maar ook alle ontwikkelingen die er bij de overheid plaatsvinden op het gebied van privacy. Het lijkt er voor het volk regelmatig op dat overheidsinstanties nog steeds worstelen met het voldoen aan de privacywetgeving. Hier worden ze nog wel eens voor op hun vingers getikt door de AP. Een van de bezwaren is dat wanneer de AP zwakke punten ontdekt in de systemen van overheidsinstanties, het vaak te lang duurt om dit aan te passen. Redenen hiervoor zijn verouderde IT-systemen, een gebrek aan kennis, onvoldoende prioritering of zelfs een combinatie van al deze zaken. Hierdoor duurt het soms veel te lang voordat datalekken of gelijksoortige problemen opgelost worden.  

Een hoop kennis ontbreekt bij de overheid  

Het grootste probleem is dus eigenlijk een groot kennistekort bij overheidsinstanties. Hierdoor duurt het te lang voordat verouderde systemen worden vervangen en voordat problemen worden opgelost. Ook de kennis van de privacywet is nog vaak niet voldoende aanwezig, met name bij bestuurders. Vinden er overtredingen plaats van de AVG, dan is dit vaak een gevolg van een gebrek aan kennis. De AP uitte onlangs nog de zorgen over de naleving van de AVG bij de Belastingdienst. Om die reden neemt de autoriteit deze instantie de komende tijd onder een vergrootglas.  

De impact van generatieve AI op de naleving van de AVG 

Helaas zijn er nog steeds veel overheidsinstanties die denken dat ze niet alles uit hoeven te zoeken op het gebied van privacy. De AP maakt zich nu grote zorgen om de impact die generatieve AI gaat hebben op de naleving van de AVG bij de overheid. Veel gemeenten gaven al eerder aan dat ze hiermee willen gaan experimenteren, maar dit kan grote gevolgen hebben. Zeker aangezien veel gemeentes nalatig zijn in onderzoek doen voordat ze gaan experimenteren.  


Naleving van de aangescherpte Telecomwet  

Wat is er dan eigenlijk veranderd aan de Telecomwet afgelopen jaar? Dat gaan we je vertellen. De Telecomwet is afgelopen jaar aangevuld met een meld- en zorgplicht voor internetproviders en bedrijven die andere telecomdiensten aanbieden. Door deze aanpassingen krijgen internetaanbieders meer verantwoordelijkheid in het signaleren van cyberbedreigingen en het waarborgen van de digitale weerbaarheid. Afgezien van de nieuwe verplichtingen, zeggen de aanscherpingen van ook iets over voorbereidingen op de NIS2-richtlijn, ofwel de Cyberbeveiligingswet.  

Wat houden de meld- en zorgplicht in?  

Met de meldplicht wordt bedoeld dat internetproviders verplicht zijn eventuele storingen of andere problemen zo snel mogelijk te melden bij de RDI. Ook beveiligingsincidenten dienen per direct gemeld te worden, zodat het RDI zeker weet dat de juiste maatregelen genomen worden om de data van klanten te beschermen. De zorgplicht stelt dat een internetaanbieder ‘passende technische en organisatorische maatregelen neemt om de veiligheid en continuïteit van de diensten te waarborgen’. Het doel van de strengere wetgeving is om de beveiligingsrisico’s zoveel mogelijk te minimaliseren en te zorgen dat de dienstverlening van een aanbieder zo snel mogelijk weer hersteld kan worden na een storing of ander incident. Doordat incidenten snel gemeld worden, kan men beveiligingsmaatregelen verbeteren en krijgt men meer inzicht in cyberdreigingen.  

Voorbereidingen treffen op de NIS2-richtlijn  

Naast de nieuwe plichten die erbij komen voor internetproviders, gaat de RDI tijdens de inspecties ook kijken naar voorbereidingen op de NIS2-richtlijn, die in Nederland de Cyberbeveiligingswet gaat worden. Het is een technologische richtlijn die in het leven geroepen is door de Europese Commissie. De wet is nog niet ingegaan, maar dat zal naar verwachting ergens volgend jaar gebeuren. De richtlijn stelt strengere eisen op het gebied van de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen. Tijdens de inspecties kunnen internetaanbieders dus verwachten dat ze de vraag krijgen hoe ze zich nu al voorbereiden op de Cyberbeveiligingswet!


Deels thuiswerken is de nieuwe norm bij veel bedrijven  

Uit een enquête van de werkgeversvereniging AWVN blijkt dat veel werkgevers van plan zijn om het thuiswerken erin te houden. Bijna alle werkgevers bieden hun personeel de kans om vanuit huis te werken en zeven op de tien is niet van plan om werknemers te verplichten weer vaker naar kantoor te komen. Het onderzoek werd uitgevoerd onder ruim 350 werkgevers die aangesloten zijn bij de vereniging. De vereniging geeft daarnaast aan dat de helft van de werknemers regelmatig thuiswerkt en gemiddeld drie dagen per week naar kantoor komen. 94% van de werkgevers geeft aan dat er in hun bedrijf vanuit huis wordt gewerkt.  

Werkgevers zijn positief over de thuiswerkregeling  

Drie op de vier werkgevers geeft aan dat ze tevreden zijn over de huidige verdeling tussen het thuiswerken en het werken op kantoor. Ze geven alleen wel aan dat ze liever wat meer spreiding zouden willen hebben van de drukte op kantoor. Momenteel is het op de dinsdag en donderdag altijd enorm druk op kantoor en zijn er op de overige dagen vaak maar weinig mensen. Voor de rest zijn werkgevers echter zeer tevreden over hoe het thuiswerken geregeld is. Volgens de AWVN staan werkgevers zo positief tegenover het thuiswerken omdat er in Nederland in de meeste gevallen goed wordt overlegd over het werken vanuit huis. Daarnaast zien veel werkgevers de voordelen in het van het thuiswerken volgens de vereniging. Denk bijvoorbeeld aan een betere werk-privé-balans zonder negatieve effecten op de prestaties.  

Werkgever geven internetvergoeding bij thuiswerken  

Uit het onderzoek van de AWVN blijkt ook dat één op de drie werkgevers, dus 33%, een bijdrage levert aan de internetkosten van hun werknemers. Dit gaat meestal door middel van een vaste vergoeding, eenmalig of maandelijks. Daarnaast overweegt 37% dit binnenkort in te gaan voeren. Een onderzoek van KPN onder meer dan 300 managers in Nederland bevestigt deze cijfers.  

Alternatief voor de internetvergoeding bij thuiswerken

KPN introduceerde onlangs een alternatief voor de bijdrage aan internetkosten van de werkgever: Internet van de Zaak. Dit geeft werkgevers de mogelijkheid om eenvoudig te bepalen hoeveel ze willen bijdragen aan de internetkosten van hun werknemers. Het bedrag dat ze bijdragen, wordt automatisch verrekend op de maandfactuur van de werknemer. Hiervoor moeten natuurlijk wel zowel de werkgever als werknemer klant zijn van KPN. De financiële vergoeding makkelijk regelen is niet het enige voordeel van Internet van de Zaak. Werknemers kunnen via dit abonnement ook toegang krijgen tot een uitgebreide helpdesk die meer ondersteuning biedt dan alleen op het gebied van de internetverbinding. Mocht er thuis iets misgaan met de verbinding, dan zijn werknemers dankzij deze helpdesk zo weer online! 


Digitale toegankelijkheid van de overheid loopt achter  

Volgens de Wet Digitale Toegankelijkheid is de overheid verplicht om te zorgen dat hun apps en websites toegankelijk, begrijpelijk en gebruiksvriendelijk zijn. Ook voor mensen die niet meer goed mee kunnen met de nieuwste technologische ontwikkelingen in de samenleving. Helaas is dit in veel gevallen nog niet het geval, zeker op gemeentelijk niveau lijkt het nog een probleem te zijn. In 2023 voldeed slechts 6% van de apps en websites van de overheid aan de toegankelijkheidseisen die wettelijk gesteld worden. 36% van de websites beantwoordde wel aan de wettelijke verplichting, maar bevatte niet de tools die mensen met een achterstand op technologisch gebied nodig hebben om er goed gebruik van te kunnen maken.  

Verbeteringen van het afgelopen jaar  

In de eerste helft van dit jaar is er vanuit de overheid een hoop tijd in gestoken om websites en apps toegankelijker te maken. Het aantal toegankelijkheidsverklaringen groeide hiermee met 16%. Zo’n verklaring geeft aan dat jouw websites en andere toepassingen te gebruiken zijn door mensen met een beperking. Voldoet een middel aan de wettelijke toegankelijkheidseisen, dan krijgt het de A-status. Uit cijfers van DigiToegankelijk blijkt dat slechts 6% van de websites en apps van de overheid nu een A-status heeft, na de doorgevoerde verbeteringen. Een B-status houdt in dat er verbeteringen door zijn gevoerd, maar dat er nog verdere aanpassingen nodig zijn om aan de toegankelijkheidswet te voldoen. Het aantal verklaringen met een B-status is behoorlijk toegenomen in het afgelopen jaar, bij gemeenten gemiddeld zelfs met 62%. De overheid is dus volop aan het verbeteren, maar heeft wel nog een weg te gaan op het gebied van digitale toegankelijkheid.

Wat zit er achter de verbeteringen?

Hoe komt het eigenlijk dat de overheid dit jaar ineens zo hard vooruit is gegaan met hun verbeteringen op het gebied van digitale toegankelijkheid? Een van de redenen is dat leveranciers van de websites en apps onderzoeksrapporten beschikbaar hebben gesteld aan overheidsinstanties. Hierdoor is het voor de instanties makkelijker om te onderbouwen waarom ze een verklaring verdienen. Daarnaast geeft het hen natuurlijk meer inzicht in wat ze allemaal nog kunnen verbeteren aan hun websites en andere digitale toepassingen!

Hoe nu verder met de digitale toegankelijkheid van de overheid?

De digitale toegankelijkheid van de overheid is het afgelopen jaar dus sterk verbeterd, maar om echt volledig aan de wetgeving te voldoen hebben ze nog een weg te gaan. Op dit moment voldoet 40% van de websites en apps van de overheid aan de wettelijke verplichting. Dat is dus nog minder dan de helft, maar ten opzichte van 2023 een hele vooruitgang.


Wat zijn de gevolgen van deze uitspraak in de rechtszaak tegen Google?  

Dat de uitspraak van de Amerikaanse rechter grote gevolgen gaat hebben, is zeker. Dit zal echter nog even duren, want Google kondigde na de rechtszaak aan in hoger beroep te gaan tegen het vonnis van de rechter in Washington. Dat vonnis luidde dat ‘Google een monopolist is, en dat het op een manier heeft gehandeld om deze positie zeker te behouden’. In het ergste geval (voor Google dan) zal het bedrijf van Alphabet moeten stoppen met hun lucratieve zoekmachine-activiteiten. Dat betekent dat Google zijn immens hoge advertentie-inkomsten mis zal gaan lopen. Dit zou niet goed zijn voor het bedrijf, want de advertentiemarkt zorgt voor ruim driekwart van de omzet van Alphabet. Tot nu toe heeft de rechter echter alleen de uitspraak gedaan dat Google het Amerikaanse mededingingsrecht schendt. Welke sancties de rechtbank het bedrijf gaat opleggen, is nog niet bekend.  

Wat was de aanleiding voor de rechtszaak tegen Google? 

Google heeft een monopolie opgebouwd op de advertentiemarkt, maar dat is niet het enige probleem. Het bedrijf maakt namelijk ook misbruik van die monopolypositie. Google betaalde namelijk alleen al in 2021 26,3 miljard dollar om ervoor te zorgen dat zijn zoekmachine de standaard is op smartphones en browsers. Dit natuurlijk met het doel om zijn dominante marktaandeel te behouden. Apple krijgt jaarlijks het hoogste bedrag toegeschoven om Google als zoekmachine in te bouwen. Dit gaat uiteraard ten koste van andere zoekmachines en adverteerders, die niet het vermogen hebben om zoveel geld uit te geven voor dit soort afspraken. Het geld dat Google uitgeeft, verdient het immers zo weer terug met de hoge kosten die ze vragen voor het adverteren in de zoekmachine. Nieuwkomers die misschien wel betere zoekmachines hebben, maken zo dus geen enkele kans.  

Google houdt niet van concurrentie

Dat Google een hoog marktaandeel heeft, is dus niet het probleem. Dit is immers niet verboden. Het probleem is dat het bedrijf er alles aan doet om zijn concurrentie te beperken en dat mag niet. Zelfs met hun hoge budget en uitbundige rechtsbijstand wist Google deze misstanden niet te rechtvaardigen voor de rechtbank. Zo probeerden de advocaten van het bedrijf de jury te overtuigen dat ze geen zoekmachine zijn, maar dat ze simpelweg vragen van mensen beantwoorden. De rechter zag dit toch echt anders. Het vonnis van de rechter in deze rechtszaak gaat de positie van Google op de advertentiemarkt wezenlijk veranderen, maar hopelijk zal het autoriteiten ook meer aanmoedigen om Big-Tech bedrijven aan te pakken voor illegaal gedrag.  
 
Wat denk jij, is dit een goede stap vooruit?


Is internet te duur in Nederland?  

Door de dominante positie van Ziggo en KPN op de internetmarkt betalen Nederlanders al jaren teveel voor hun internetverbinding, aldus de Consumentenbond. Volgens hen zijn er een hoop aanwijzingen die laten zien dat er te weinig marktwerking is en hierdoor veel te hoge prijzen. De twee aanbieders hebben momenteel zeker 75% van de markt in handen volgens de bond. KPN is momenteel druk bezig met het vervangen van hun kopernetwerk door glasvezel. De Consumentenbond legt uit dat het gevolg hiervan is dat consumenten uiteindelijk alleen nog kunnen kiezen tussen internet via kabel van Ziggo of glasvezel van KPN. De prijzen van de aanbieders liggen dicht bij elkaar, maar behoren ook tot de hoogste van Europa. Andere aanbieders mogen gebruikmaken van het glasvezelnetwerk, maar ook hier ziet de Consumentenbond een addertje onder het gras.  

Gebruik van het glasvezelnetwerk  

Wat de Consumentenbond opvallend vindt, is dat andere aanbieders die gebruikmaken van het glasvezelnetwerk van KPN het niet lukt om goedkoper te zijn dan KPN-providers. Odido heeft bijvoorbeeld wel een lager tarief dan KPN, gemiddeld 6,50 tot 8,50 euro goedkoper, maar het netwerk van Odido is dan weer lang niet overal in Nederland beschikbaar. De bond verwijst naar een prijspeiling van de Europese Commissie waaruit blijkt dat men in Nederland gemiddeld 10 euro meer betaalt voor een abonnement met 100 Mbit dan de rest van Europa. In Nederland betalen we gemiddeld 30 euro per maand voor een dergelijk abonnement, terwijl de gemiddelde prijs in Zweden 17 euro is.  
 
Volgens de ACM zijn overstapkortingen een bewijs van marktwerking, maar de Consumentenbond geeft aan dat consumenten toch niet snel overstappen van internetprovider. Redenen hiervoor zijn onder andere het gedoe dat het met zich meebrengt, te weinig prijsvoordeel en het niet willen kwijtraken van een e-mailadres.  

Conclusie van de Consumentenbond 

De conclusie die de Consumentenbond uit hun onderzoek trekt is dat de internetmarkt momenteel op slot zit door toedoen van Ziggo en KPN. Het zorgt voor steeds minder keuze en steeds hogere prijzen voor consumenten. De Consumentenbond roept de ACM op om in te grijpen en KPN en Ziggo aan te pakken, zodat internet in Nederland weer betaalbaarder wordt. Ziggo en KPN hebben nog niet gereageerd op de situatie.  


Gemeten gemiddelde snelheden wereldwijd  

Cable en M-lab deden dit onderzoek en voerden snelheidstests uit over de hele wereld. Hiervoor gebruikten ze snelheidstests die gebruikers zelf uitvoeren in ieder land. In Nederland gebruikten de onderzoekers hiervoor de data van 1,7 miljoen IP-adressen en in België 1,8 miljoen. In totaal bekeken de onderzoeksgroepen zo’n 1,5 miljoen snelheidstests van over de hele wereld. De snelheden die gemeten zijn, waren gebaseerd op wifisnelheid, wat betekent dat de resultaten mogelijk lager uitvielen dan de verbindingen eigenlijk aankunnen. Daarnaast voeren mensen vaak pas een snelheidstest uit als ze vermoeden dat er problemen zijn met hun verbinding of wanneer hun internet ineens sneller is. Hierdoor is het niet duidelijk hoe representatief de cijfers nu echt zijn.  

Veranderingen over de afgelopen jaren 

Veel landen die redelijk onderaan de lijst staan, stonden altijd al redelijk onderaan. Denk bijvoorbeeld aan Syrië en Turkmenistan. Toch hebben er ook wel een aantal veranderingen plaatsgevonden op het gebied van internetsnelheid in sommige landen. Zo is het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld gezakt op de lijst ten opzichte van andere landen in West-Europa. De onderzoekers wijden dit aan de relatieve snelheid waarmee Full Fibre in het Verenigd Koninkrijk wordt uitgerold. Men is hier druk mee bezig in Engeland, maar het lijkt niet zo snel vooruit te gaan als in andere Europese landen. Ten slotte geven de onderzoekers aan dat er ook steeds vaker mensen zijn die bewust voor een abonnement met lagere snelheden kiezen in sommige landen, met name vanwege de hoge kosten. Dit kan natuurlijk ook iets doen met de resultaten! 

Conclusie  

Het ziet er dus naar uit dat Nederland het wereldwijd goed doet op het gebied van internetsnelheid. In de afgelopen jaren is er in ons land ook ineens veel tijd en geld gestoken in het aanleggen van glasvezelnetwerken. Hierdoor hebben we in grote delen van ons land al toegang tot sneller en stabieler internet. De verwachting is dat het gemiddelde in ons land dus alleen maar hoger gaat worden de komende jaren 😉


Twee keer zoveel snelste glasvezel abonnementen  

In het eerste kwartaal van 2024 kozen 380000 huishoudens voor het snelste glasvezel abonnement met een snelheid van 1 gigabit of meer. In dezelfde periode een jaar eerder waren dit 200000 huishoudens, dus dat is bijna een verdubbeling in een jaar tijd. Deze gegevens komen uit de Telecommonitor van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). En hieruit blijkt dus dat de groei van glasvezel in Nederland steeds meer aan het doorzetten is. Dat is ook wel te merken als je om je heen kijkt. Op veel plekken wordt gegraven om glasvezel aan te leggen. Momenteel hebben al zeker 7,38 miljoen huishoudens glasvezel voor de deur liggen. Meer dan een derde daarvan heeft ook echt een glasvezel abonnement en maken dus ook gebruik van dit netwerk.  

Aanleg van glasvezel gaat niet overal even soepel  

Helaas zijn er nog delen van Nederland waar het aanleggen van glasvezel een beetje achterblijft. Dit is onder andere het geval in sommige delen van Groningen, Noord-Holland, Zeeland, Zuid-Holland en Limburg. Hier is het dus nog lang niet altijd mogelijk om gebruik te maken van een glasvezelverbinding. Het aantal mensen dat gebruikmaakt van een coax- of koperverbinding neemt steeds meer af. Er is vooral een sterke daling in koperverbindingen te zien in Nederland.  

Gecombineerde abonnementen niet meer zo populair  

Het gecombineerde abonnement met internet, tv en telefonie is niet meer zo populair in Nederland. Huishoudens kiezen liever voor een bundel met slechts twee diensten, aangezien vaste telefonie in veel huishoudens niet eens meer gebruikt wordt. Daarnaast blijkt uit de Telecommonitor dat consumenten steeds vaker kiezen voor een bundel met vast internet en een mobiel abonnement. Vaak krijgt men hiervoor korting op hun vaste contract en ook nog gratis extra data voor het mobiele abonnement.  

Conclusie  

Glasvezel blijft populariteit winnen in Nederland, zeker de snelste variant van het glasvezel abonnement. En dat terwijl een deel van ons land nog niet eens toegang heeft tot een glasvezelnetwerk. De aanleg van glasvezel gaat momenteel erg snel, maar blijft in een aantal regio’s nog een beetje achter. Ten slotte worden bundels met een combinatie van internet, tv en telefonie steeds minder gewild en kiezen meer consumenten voor een bundel van vast internet en een mobiel abonnement.  


1. Een goed beveiligde verbinding  

Een van de grootste voordelen van zakelijk glasvezel ten opzichte van een traditionele verbinding, is dat jouw netwerk beter beveiligd is. Kabelnetwerken zijn makkelijker te hacken en sommige wifi verbindingen zijn ook niet goed beveiligd tegen indringers. Als bedrijf wil je jouw gegevens en de gegevens van klanten natuurlijk goed achter slot en grendel hebben, dus is digitale beveiliging erg belangrijk. Glasvezelinternet is erg lastig te hacken, aangezien een glasvezelkabel fysiek doorgesneden moet worden om bij de gegevens te kunnen. En als dat gebeurt weet je als bedrijf natuurlijk meteen dat er iets mis is.  

2. Met zakelijk glasvezel heb je een stabiele en consistente verbinding

Als je voor zakelijk glasvezel kiest, heb je altijd een stabiele en consistente verbinding. De functionaliteit van glasvezelkabels wordt namelijk veel minder snel aangetast dan die van traditionele koperkabels. Bij een traditionele verbinding kun je bijvoorbeeld problemen ondervinden bij slecht weer, elektrische interferentie en de afstand tot een zendmast. Zit jouw bedrijf wat meer achteraf, dan is de kans groot dat je sloom internet hebt bij een traditionele verbinding. De snelheid en betrouwbaarheid van glasvezel wordt niet aangetast door deze factoren, dus ben je altijd verzekerd van een snelle en stabiele verbinding! 

3. Hogere internetsnelheid dankzij zakelijk glasvezel

Ten slotte biedt zakelijk glasvezel een veel hogere internetsnelheid dan een traditionele verbinding. Zakelijk glasvezelinternet biedt snelheden tot wel 1000 MB/s, wat zo’n 20 keer sneller is dan een traditionele verbinding. De algemene snelheid van glasvezel is niet alleen hoger, ook de download- en uploadsnelheden zijn even hoog. Bij traditionele verbindingen zie je vaak dat de downloadsnelheid een stuk hoger ligt dan de uploadsnelheid. Dat lijkt misschien niet zo’n ramp, maar het kan betekenen dat het uploaden van data enorm veel tijd kost. Aangezien steeds meer bedrijven gebruikmaken van cloudoplossingen is het wel zo prettig als uploaden ook sneller gaat. Er moet soms immers een hoop data naar de Cloud geüpload worden.  

Conclusie  

Zakelijk glasvezel biedt dus een hoop voordelen ten opzichte van een traditionele internetverbinding. Als bedrijf wil je natuurlijk een stabiele en snelle internetverbinding hebben die daarnaast ook betrouwbaar is.


Meer dataverkeer, minder belminuten  

In 2023 is het aantal huishoudens dat gebruikmaakt van glasvezelinternet met zo’n 25% gestegen. Daarnaast steeg het mobiele dataverbruik afgelopen jaar met ruim 25%. Daarentegen zijn we veel minder gaan bellen, zowel met onze mobiele telefoon als via een vaste telefoonlijn. In 10 jaar tijd is het aantal minuten dat we bellen via een vaste telefoonlijn met 75% gedaald. In de Coronatijd had het aantal belminuten weer een korte opleving. We zagen elkaar minder en gingen dus toch Veel mensen hebben vandaag de dag niet eens meer een vaste telefoon in huis. Dat is natuurlijk niet echt een verrassing, want het lijkt vaak veel makkelijker en sneller om even een berichtje of mailtje te sturen in plaats van te bellen. Onder de jongere generaties zien we zelfs dat er steeds vaker belangst voorkomt.  

Mobiel dataverkeer vier keer hoger geworden  

Er zijn inmiddels een hoop huishoudens in ons land die gebruik maken van glasvezelinternet. In 2023 waren er 7,13 miljoen huishoudens aangesloten op het glasvezelnetwerk en het aantal huishoudens dat ook echt een glasvezel abonnement hadden afgesloten was ook met 300.000 gestegen naar de 2,64 miljoen. Ruim een derde van de Nederlandse huishoudens met een aansluiting heeft dus ook daadwerkelijk een abonnement afgesloten. Het aantal koperaansluitingen is juist aan het dalen, want op sommige plekken wordt deze voorziening zelfs al uitgeschakeld als er daar glasvezel beschikbaar is. Ooit in de toekomst zal heel Nederland dus waarschijnlijk overgaan op glasvezel en worden alle koperaansluitingen uitgeschakeld.  

Het mobiele dataverbruik in Nederland  

Het mobiele dataverkeer in Nederland is vier keer zo hoog geworden ten opzichte van 5 jaar geleden. In het derde kwartaal van 2023 steeg het verbruik naar 558 miljoen gigabyte. Dat is een stijging van 8,6% ten opzichte van het tweede kwartaal van dat jaar. Sinds de start van de metingen is het derde kwartaal van 2023 dus het kwartaal met het hoogste mobiele dataverbruik geweest. De stijging in het dataverbruik in Nederland is deels te verklaren doordat er steeds meer apparaten zijn die zelf gebruik maken van een dataverbinding. Denk bijvoorbeeld aan auto’s, slimme meters en alarmsystemen.

Conclusie  

Het is duidelijk dat we in Nederland steeds meer via internet doen en dat we ook steeds meer data gebruiken als we onderweg zijn. Dat is goed te zien in de cijfers, want het totale dataverkeer is in 2023 hard gestegen. Daarentegen zijn we juist veel minder gaan bellen, zeker met een vaste telefoonlijn. Inmiddels hebben meer dan 7 miljoen huishoudens in Nederland toegang tot het glasvezelnetwerk, waarvan een derde ongeveer ook gebruikmaakt van een glasvezelabonnement. En naar verwachting gaan we er uiteindelijk naartoe dat heel Nederland gebruikmaakt van glasvezel, want in sommige plekken worden de koperaansluitingen al uitgeschakeld!  

Bron: Telecommonitor ACM